In de Verenigde Staten van Amerika gaan ze er graag prat op dat men de werelddemocratie is, echt democratisch gaat men er niet te werk want er worden wel regelmatig wetten uitgevaardigd die ingaan tegen The First Amendment, de allerbelangrijkste wet van hun wetboek.
In september keurde de staat Michigan een wet goed die het verbood om gewelddadige games aan kinderen te verkopen. De wet werd al snel 'bevroren' door de rechtbanken van de staat terwijl in Californië en Illinois gelijkaardige zaken werden behandeld. De politici probeerden die bevriezing van de wet ongedaan te maken waardoor een nieuw proces kwam.
Judge George Caram Steeh heeft net zoals zijn collega's bevestigt dat videogames een vorm van vrije meningsuiting zijn, vergelijkbaar met films en televisie. Daarnaast zei hij dat het feit dat games interactief zijn, er niet voor zorgt dat The First Amendment minder zou gelden dan voor films en televisie.
Hoewel dit zeker niet het eerste precedent was waarbij een rechter zo'n wet afkeurt, kan deze de meeste verregaande gevolgen hebben. Zo zullen de advocaten van Devin Moore, de jongen die drie politieagenten neerschoot en de schuld op GTA stak, zeker nog geconfronteerd worden door de volgende uitspraak van de rechter. Deze uitspraak zal voor veel Amerikaanse gamebedrijven als muziek in de oren klinken.
"The research conducted by the State has failed to prove that video games have ever caused anyone to commit a violent act, let alone present a danger of imminent violence.".
In een rechtzaak kun je altijd terugverwijzen naar vorige, gelijkaardige zaken, zogenaamde precedenten. Als de advocaten van Take 2 de uitspraak gebruiken, moet de tegenpartij met sluitende bewijzen komen dat videogames een gevaar vormen, maar dat is nog geen enkele wetenschappelijke studie gelukt.
|