Met de PlayStation 2 kende Sony totale marktdominantie, maar met de PlayStation 3 en de PlayStation Portable loopt Sony achter op de concurrentie.
Sony Computer Entertainment Europe CEO David Reeves beseft dat Sony in de eerste plaats een beetje moet lijden, het bedrijf moet naar beneden gaan in marktaandeel en gedrag, en dan terugslaan. Hij vergelijkt de consolestrijd met Ali vs. Foreman. Blijf acht-negen ronden lang incasseren zodat hij vermoeid raakt en sla dan terug. SCE is nog altijd aan het vechten en men heeft nog een serieus gevecht in zich. Hij beseft dat een knockout scoren geen zekerheid is, maar men vecht nog altijd. Reeves is dus duidelijk niet van plan om op te geven.
Reeves is ook tevreden over het huidige fiscale jaar want zijn verwachtingen worden ingelost. Zijn tak moet tegen maart winst maken en de PlayStation 3 zal nog altijd wereldwijd 10 miljoen keer verkocht worden in dit fiscale jaar. Met een prijsdaling had de PlayStation 3 veel beter kunnen verkopen met Kerstmis, maar dan had men miljarden extra verlies gemaakt en dan had de Sony directie misschien besloten dat de game-industrie niet interessant is. Nu heeft men aan Sony bewezen dat de game-industrie nog altijd de moeite is.
Daarom zal Sony Computer Entertainment ook gespaard blijven van de gigantische ontslagen die Sony doorvoert. Na de ontslagen van 2007 is Sony Computer Entertainment reeds zo efficiënt als mogelijk. Ontslagen zouden niet productief zijn. Men is echter van plan om op andere manieren te besparen, de 65 nm Cell zal bijvoorbeeld in het midden van 2009 vervangen worden door de goedkopere 45 nm versie. (Red.- Met een 45 nm productieproces maak je een kleinere, goedkopere en meer energievriendelijke chip dan met een 65 nm productieproces.) Iets totaal onverwacht zoals het releasen van een PS3 zonder Blu-Ray drive, zal echter niet gebeuren.
Reeves vermeldt ook dat Sony veel geleerd heeft van Nintendo en Microsoft. De stevige concurrentie heeft ervoor gezorgd dat de competitie extra scherp is en dat iedereen beter is geworden. Volgens Reeves mogen we allen de industrie en diens groei vieren.
|