Gamecharacters komen en gaan. Maar weinig ontwikkelaars lukt het om het character uit hun game boven het gemiddelde uit te laten steken. Eens in de zoveel tijd staat er echter iemand op die de gamer aanspreekt, en niet meer loslaat. Game na game blijft hij ons boeien, en hele fanclubs worden aan hem gewijd. Iedere week zullen wij één van deze 'Gamecharacters' bespreken.
Deze week is het tijd om het ingewikkelde leven van Rikimaru te bestuderen. Hij werd lang geleden, ergens aan het einde van de 15e eeuw, geboren met de naam Chikara. Zijn vader was een berucht samurai, die op een dag werd gedood door Azuma Shiunsai. Na deze moord zag Azuma Shiunsai Rikimaru als baby in de handen van zijn dode moeder, en hij nam hem uit medelijden mee naar zijn eigen huis.

Daar werd hij opgevoed als een ware ninja. Rikimaru was altijd druk bezig met het verbeteren van zijn techniek, en hij werd de sterkste van zijn omgeving. Rikimaru kende slechts één zwakke punt, en dat was zijn overmoedigheid.
Rikimaru werd al op jonge leeftijd toegelaten bij de Azuma Ninja Clan, waar ook Tatsumaru bij zat. Deze ninja verraadde zijn clan echter, en doodde zijn leermeester Azuma Shiunsai. Uit wraak begon Rikimaru een gevecht met Tatsumaru. Maar toen Rikimaru op het punt stond om Tatsumarus leven vroegtijdig te beëindigen, kreeg hij medelijden met deze ninja, die hiervan dankbaar gebruik maakte en Rikimaru aanviel.

Hier hield Rikimaru een litteken aan over aan zijn oog: deze wond hielp hem eraan te herinneren dat hij nooit medelijden moest krijgen met zijn vijanden. En daardoor verdween meteen zijn zwakheid.
Rikimaru werd sindsdien door iedereen gerespecteerd: hij was een man van weinig woorden, maar van vele daden. Hij werd de leider van de Azuma Ninja Gang, en kreeg het eeuwenoude en legendarische zwaard de Izayoi.
Niemand lijkt deze ninja te kunnen tegenhouden. Lord Mei-Oh, Onikage en Tatsumaru wisten allemaal het leven van Rikimaru niet te beëindigen. Maar zelfs de verschrikkelijke Tenrai, met zijn duivelse krachten, kon Rikimaru niet doden. "We hebben geluk dat hij bij ons hoort," zei Sekiya Naotada eens zo mooi. En gelijk had ie.
|