Een menselijk leven is kort en eindig, maar de nalatenschap van sommige mensen gaat veel langer mee. In ‘Zijn Erfenis’ bekijken we de nalatenschap van de iconen van de game-industrie, zoals de erfenis van Warren Spector.
Warren Spector werd geboren op 2 oktober 1955 waarna hij zijn kindertijd doorbracht in Manhattan, New York. Als kleine, dikke Joodse jongen was dit volgens hem niet meteen de ideale omgeving; maar uiteindelijk is alles toch goed gekomen met Spector. Tijdens zijn jeugd raakte hij snel geobsedeerd door verschillende interesses waarbij hij onder andere sterke interesse toonde in dinosaurussen, vliegtuigen, auto’s en honkbal. Tussendoor wilde hij ook absoluut advocaat en filmcriticus worden. Zijn droom om filmcriticus verdween niet toen hij naar de universiteit ging. Zo studeerde hij eerst af als bachelor in communicatie aan Northwestern University waarna hij zijn master in Radio-TV-Film verdiende op de University of Texas. Hier schreef hij onder andere een kritische analyse over de geschiedenis van de Looney Tunes als deel van zijn thesis. Ik heb al betere excuses gehoord om een hele dag Looney Tunes kijken goed te praten.
Tijdens zijn universiteitsjaren begon Spector ook bordspellen te spelen, en zelfs Dungeons & Dragons behoorde uiteindelijk tot zijn typische manieren van ontspanning. Die ontspanning was nodig want zijn carričre verliep niet vlot. In 1983 had hij een korte baan als archiefbeheerder, maar die eindigde na enkele maanden. Spector was werkloos en onzeker over de toekomst. Op dat moment kreeg hij een telefoontje van Chris Frink, een vriend van school die met hem samenwerkte aan het schoolmagazine. Frink was op dat moment aan de slag bij Space Gamer Magazine en zocht een nieuwe schrijver voor het boekje. Spector zei ‘ja’ en hij groeide al snel uit tot hoofdredacteur van alle gamemagazines van Steve Jackson Games. Bij Steve Jackson Games begon hij ook met de ontwikkeling van bordspellen, zo werkte hij mee aan de Dungeons & Dragons-uitbreiding Spelljammer.
Het zette hem uiteindelijk op een pad naar de game-industrie. Oorspronkelijk. werkte hij bij Origin Systems van Richard Garriott mee aan Wing Commander, Ultima VI en de verschillende vervolgen op die games. Na een vierjarig verblijf bij Origin, van 1990 tot 1994, verhuisde hij naar Looking Glass Studios. Bij deze nieuwe studio was hij één van de krachten achter System Shock en Thief: The Dark Project. Looking Glass was echter geen lang leven beschoren, uitgever Eidos besteedde namelijk meer aandacht aan Daikatana dan Thief waardoor Looking Glass uiteindelijk werd opgedoekt. Spector had echter een ideale oplossing: onder leiding van John Romero opende hij Ion Storm Austin, waar Spector zijn echte doorbraak kende met Deus Ex, Deus Ex: The Invisible War en Thief: Deadly Shadows. Na die laatste game verliet Spector Ion Storm dat het jaar erop werd gesloten door Eidos.
 Spector met Ion Storm-collega's John Romero en Mike Wilson
Datzelfde jaar opende Spector Junction Point Studios, een studio die zijn liefde voor film combineerde met zijn talent voor game-ontwikkeling. Met Junction Point Studios toverde hij namelijk filmfiguurtje Mickey Mouse om tot de ster van een nieuwe set games. Het resultaat zagen we in Epic Mickey en Epic Mickey 2, twee titels die nooit op hetzelfde niveau konden staan als zijn vroegere titels en ook geen commercieel succes kenden. Disney besloot dan ook om Junction Point te sluiten waarna Spector eveneens het bedrijf verliet. Zijn afscheid van Disney was meteen ook deels een afscheid van de game-industrie. Eind 2014 start hij als professor aan de University of Texas waar hij een cursus gamedesign zal geven. Ondertussen hoopt hij vooral zich te vervelen, hij wil namelijk dat gevoel ervaren na dertig jaar hectiek. Pas dan maakt hij zijn comeback. Ondertussen kunnen we niets anders doen dan genieten van de nieuwe Deus Ex en Thief die Eidos aan het maken is met de hoop dat Spector ooit terugkeert naar beide franchises.
|
