Het gaat steeds minder met de Beat-‘Em-Up. De grootste titels zijn tegelijkertijd ook de enige overgebleven titels. De Xbox 360 moest het lange tijd zelfs enkel met Dead or Alive 4 doen – en dat voor een ooit zo populair genre. Gelukkig ligt er nu eindelijk een nieuwe titel in de schappen: Virtua Fighter 5.
Als games vrouwen zouden zijn, dan is Dead or Alive 4 die wilde schaars geklede meid die jouw vaders auto in de prak rijdt omdat ze met honderddertig door een haarspeldbocht ging en Virtua Fighter 5 een stille schoonheid die graag leest en rustig op een bankje een kopje thee drinkt. Knap, maar eigenlijk een beetje saai. Totdat ze opstaat en je benen breekt omdat je teveel naar haar borsten stond te staren.
Virtua Fighter 5 schiet inderdaad wat tekort in de presentatie. Vergeleken met DOA 4 heeft ze weinig opties (maar een stuk of zes), een verhaallijn die enkel uit het instructieboekje valt te lezen en wanneer je de tegenstander door een hek slaat, valt hij of zij niet eens vijf tot twintig meter naar beneden om daar het gevecht voort te zetten. Nee, we vechten nog steeds op een vierkant vlak en als een vechter eraf wordt geslagen is het einde ronde.

Maar deze serie heeft altijd lak aan explosieve (en wellicht goedkope) actie gehad. Bij Virtua Fighter gaat het om de besturing en daardoor is zij nog steeds razend populair onder de fanatieke Beat-‘Em-Up fans. Met tussen de honderd en de tweehonderd vechtbewegingen per persoon zijn ze maanden zoet om hun favoriete karakter onder de knie te krijgen en dan hebben we het niet eens over de combo’s en de verschillende vechtstanden. VF5 is geen vechtspel, maar een vechtsport.
Daarnaast draait de Virtua Fighter serie om balans. Akira mag er dan uitzien als Ryu van Street Fighter, hij is lang niet zo makkelijk te besturen. Iedere vechter heeft zijn eigen sterke en zwakke punten waardoor alle karakters redelijk aan elkaar gewaagd zijn. Anders dan in Dead or Alive zijn er geen moves waarmee je een tegenstander snel en gemakkelijk kan verslaan en ‘button bashen’ kan je vergeten. In de (overigens uitstekende) Dojo mode of tijdens de gevechten zelf zal je moeten leren blokken, ontwijken en anticiperen om verder te komen.

Verder mist Dead or Alive, vreemd genoeg, nog steeds een Quest mode. In deze optie, waarmee Soul Calibur voor het eerst mee kwam, reist de speler stad en land af op zoek naar andere vechters. Virtua Fighter zou Virtua Fighter niet zijn als het met zijn eigen hardcore alternatief kwam. Geen suf verhaal over een ‘onbekende held die een land moet bevrijden van een duister wezen’. Nee hoor, je struint gewoon ‘de arcades af op zoek naar andere hardcore VF5 spelers’.
Door veel gevechten en toernooien te winnen krijg je niet alleen een betere rang, maar ook geld om kleren en attributen voor je karakter te kopen. Dit varieert van zonnebrillen en oorbellen tot compleet nieuwe pakken en outfits. En er zijn tientallen items per persoon te verkrijgen, zodat je weken bezig bent om ze allemaal te verkrijgen. Simpel, maar erg leuk verzonnen. Jammer genoeg is er weinig variatie in de wedstrijden. Geen verschillende handicapmatches (zoals bij Soul Calibur), je bent enkel bezig om als eerste drie rondes te winnen.
|