Elke vier jaar gebeurt er iets magisch, iets wat al startte in het Oude Griekenland, de Olympische Spelen worden georganiseerd waar deelnemen belangrijker is dan winnen en Fair Play centraal staat. Twee jaar later wordt dat altijd lichtjes herhaald door de Winterspelen. Deze zijn misschien minder prestigieus maar ook die Spelen verdienen een game. Tot nu toe is er echter nog geen goede game van de Olympische spelen verschenen, brengt Torino 2006 hier verandering in?
Het geluid van de game is zelfs met de beste wil in de wereld niet meer dan matig te noemen. De geluidseffecten zijn redelijk, zo zul je bij het langlaufen de klokken van een kerk naast de baan horen, en zullen de toeschouwers applaudisseren als je aan de finish komt. Gelukkig heeft Take Two aan zulke dingen gedacht want anders werd het wel zeer stil. Er is namelijk geen achtergrondmuziek wat zeker teleurstellend is. Een beetje lekkere muziek had de game een hoger adrenalinegehalte kunnen geven.

Dan is er nog af en toe commentaar, deze wordt geleverd door twee presentatoren die zeker aangenaam klinken en goed op elkaar ingaan. Spijtig genoeg laat de implementatie in de game te wensen over. Zo werden te weinig verschillende zinnen voorzien, na één bobsleerace zul je praktisch al hun commentaar al gehoord hebben. De teksten die de commentatoren moesten inlezen, zijn niet van echt hoogstaand niveau. Daarnaast lijken ze er ook meer naast te zitten dan erop. Zo kan het zijn dat je de hele tijd hoort dat je slecht bezig bent en veel beter kon, maar als je de uitslag ziet, blijk je de zilveren medaille gewonnen te hebben. Of dat je de hele tijd hoort dat je goed bezig bent, en dan zevende blijkt te zijn van de acht deelnemers.
Gelukkig zijn de graphics wat beter te noemen. Het overzicht dat je krijgt van de baan en dan de speler, is wel knap, maar eens het spel in beweging komt, gaat het al snel achteruit. Zo zijn de toeschouwers die je ziet wanneer je rustig over de eindstreep glijdt, wazig. Dat is nogal raar aangezien ze, in tegenstelling tot bij voetbalgames bijvoorbeeld, maar op twee meter van je staan. Gelukkig heb je nog een redelijk gevoel van snelheid eens je sneller dan 100 kilometer per uur gaat en zijn de animaties die je te zien krijgt als je wint, wel wat grappig. Die graphics komen ook tegen een prijs, de game heeft zeker wat laadtijden. Ook bij het opnieuw openen van de menu's heb je er last van.
De game gaat ook niet echt lang mee. Op minder dan een uur tijd heb je alle events enkele keren gespeeld en daarna is de kans klein dat je verder wil gaan. Ook de multiplayer is niet echt aanmoedigend om te spelen, uiteindelijk zul je het grootste deel van de multiplayer gewoon wachtend doorbrengen tot de drie andere spelers klaar zijn om te kijken wie heeft gewonnen. Het is wel een voordeel dat je maar één controller nodig hebt voor de multiplayer.

In het verleden zijn er al veel slechte Olympische Spelen videogames geweest en Torino 2006 past perfect in dat rijtje. De game beweegt je niet om verder te spelen en kan de magie van de Olympische Spelen niet naar voren brengen. Torino 2006 voelt eerder aan als een ongeïnspireerde verzameling van domme mini-games dan als een sportgame. Gelukkig heeft Take Two heel wat betere sportgames in huis dan dit.
|