In mijn top tien van favoriete franchises zitten namen als The Legend of Zelda, Mario, Uncharted en Banjo-Kazooie. Zowel het origineel als Banjo-Tooie heb ik meerdere keren volledig uitgespeeld en het verdriet was dan ook groot toen bleek dat Nuts & Bolts deze oude glorie minder wist te evenaren. En toen was daar ineens ontwikkelaar Playtonic Games.
Wie kan er immers beter een spirituele sequel maken van een geliefde serie als de mensen die eraan hebben meegewerkt? En dus bundelden ontwikkelaars achter Banjo-Kazooie en Donkey Kong Country hun krachten om een nieuwe platform adventure te maken. Blijkbaar was ik niet de enige die nostalgisch terugdacht aan het verleden aangezien hun Kickstarter doel binnen veertig minuten werd behaald. Uiteindelijk stond er zelfs meer dan twee miljoen Pond op de teller en werd uitgever Team17 aangetrokken om een nog bredere doelgroep te bereiken.
De eerste uren van Yooka-Laylee zijn a trip down memory lane, zoals de Engelsen het mooi zeggen. Een humoristisch duo, bestaande uit een hagedis en een vleermuis, weten prima dienst te doen als vervangers voor de welbekende beer en vogel, het gebrabbel tijdens de gesprekken lijkt eveneens weg gestapt uit het bronmateriaal en de kleurrijke werelden vol met te verzamelen items doen me bijna een traantje wegpinken. Toch beginnen na deze eerste uren ook scheurtjes te ontstaan die soms zelfs over gaan tot irritatie. Alsof de ontwikkelaar niet alleen de sterke, maar ook de zwaktepunten mee heeft willen nemen naar het heden.

Alvorens we hier verder op in gaan starten we bij het begin. Yooka de hagedis en Laylee de vleermuis hebben een lui leventje die ruw wordt verstoord door een bij. Capital B. en zijn onderdaan Dr. Quack – een eend wiens lichaam bestaat uit een kauwgomballenapparaat met een glazen koepel – willen met behulp van de Noveliser 64 alle boeken uit de wereld absorberen om een monopoliepositie te vergaren in de boekindustrie. Ook een magisch boek van Yooka en Laylee ontkomt hier niet aan, toch weten meer dan honderd pagina's te ontkomen en zich te verspreiden over meerdere werelden. Het doel moge duidelijk zijn; het vrolijke duo moet in actie komen om de pagina's terug te vinden.
De opbouw van het spel gaat in het begin redelijk geleidelijk. Startend vanuit een kleine hub leer je de karakters besturen en omgaan met de camera. Deze laatste vraagt namelijk wat gewenning, na de gevoeligheid verlaagd te hebben gaat dit gelukkig al een stuk beter. Ook maken we al snel kennis met Trowzer, een slang die als verkoopman paraat staat om je nieuwe bewegingen te leren. Sommigen zijn gratis, anderen dien je aan te schaffen met de vergaarde veren die de muzieknoten uit Banjo-Kazooie vervangen, net zoals de pagina's dit doen voor de puzzelstukken. En dit zijn niet de enige overeenkomsten tussen oud en nieuw. Wanneer de karakters praten gaat dit middels een brabbeltaaltje en dit moet je liggen. Aangezien de ene tekst wel en de andere tekst niet versneld kan worden kan het na een tijdje irriteren om wederom af te moeten wachten tot ze hun teksten hebben 'uitgesproken'. De humor zelf maakt gelukkig veel goed. Er is veel zelfspot, de nodige woordgrappen en vele verwijzingen naar het verleden. Het is één van de grappigste games die ik recentelijk gespeeld heb. Het staat haaks op de verhaallijn die juist erg zwak is.

Naast de hub zijn er een vijftal werelden opgebouwd uit onder andere ijs, een moeras en een casino. Dit lijkt misschien weinig maar tegen inlevering van de gevonden bladzijden kun je ze verder vergroten. Een leuke manier om weer nieuwe wegen te ontdekken of op plaatsen te komen die eerder onbereikbaar leken. Eenmaal in een level krijg je een grote mate van vrijheid. Welke opdrachten je eerst na wil streven is aan de speler, wel dien je er rekening mee te houden dat sommige obstakels onoverwinbaar zijn tot je betere kwaliteiten vergaat via Trowzer. Omdat dit niet staat aangegeven ben je nogal eens moeite aan het doen voor iets wat simpelweg nog niet mogelijk is. Het kan zelfs zijn dat je deze kwaliteiten pas in een later level vergaart en dus terug zult moeten keren naar voorgaande levels. Dit is allemaal geen probleem, tegenwoordig worden gamers namelijk te makkelijk bij de hand genomen en hier zul je zelf wat meer moeite moeten doen. De problemen zitten dan ook op ander vlak. Neem de aankleding van de levels. Op het eerste level na zijn ze veelal te groots en daardoor te leeg. De invulling die wel aanwezig is maakt ook niet altijd evenveel indruk. Of het nu de arcadegames zijn van Rextro, een dinosaurus die uit het 64-bit tijdperk is weggelopen, of de gameplay op een mijnkarretje die moet denken aan Donkey Kong Country; het werkt door cameraproblemen lang niet altijd zoals het bedoeld was. En dan heb ik het nog niet eens over het meermaals spelen van een quiz. Dit was al verschrikkelijk in Banjo-Kazooie en het is dan ook onbegrijpelijk dat de ontwikkelaar dit terug laat keren. Het juist beantwoorden van vragen over plaatjes, situaties en gevonden voorwerpen nam soms dermate veel tijd in beslag dat ik de controller weg wilde gooien.
Yooka-Laylee is door dit soort minpunten niet geworden wat ik zo graag gehoopt had. Tegelijkertijd wil ik niet doen over komen alsof het spel het niet waard is om te spelen. Het is een ode aan het verleden en de geest van Banjo-Kazooie waart zeker rond. Mede verantwoordelijk hiervoor zijn David Wise en Grant Kirkhope, de oude meesters die ook nu weer een aanstekelijke soundtrack hebben verzorgd met muziek die je ook lang na het spelen mee blijft neuriën. Aangevuld met de leuke, veelal typisch Britse humor en een brede cast aan absurde karakters is er ook genoeg te genieten. Het brengt een flinke portie nostalgie met zich mee, het is alleen zo jammer dat dit naast de sterkte ook een zwakte is van de game. Vele oude ideeën werken nog prima, maar helaas hebben ze niet meer stappen kunnen zetten om het iets meer hedendaags aan te laten voelen.
|