Een menselijk leven is kort en eindig, maar de nalatenschap van sommige mensen gaat veel langer mee. In ‘Zijn Erfenis’ bekijken we de nalatenschap van de iconen van de game-industrie. Vandaag bekijken we een unieke man, de man die de game-industrie per ongeluk lanceerde met Pong.
De nieuwe Vice-President of Engineering Lloyd Warman liet Larry Emmons de productie van Grand Track verzorgen, maar die had daar geen ervaring mee en het resultaat was een ramp. De productie van de chips was bijvoorbeeld bijna onmogelijk. Ron Gordon, een professionele marketing consultant die hielp met hun internationale verkoop, greep in. Hij stelde Bushnell een nieuwe reorganisatie voor waarbij Joe Keenan, de uitstekende manager van Atari zusterbedrijf Kee Games, de baas werd van Atari. Het was een uitermate moeilijke periode voor Bushnell, die zelfs huilend uit een vergadering kwam. Alcorn steunde zijn vriend echter volop, en hij gaf hem de moed om de nodige wijzigingen door te voeren. De reorganisatie zorgde ervoor dat Lloyd Warman vervangen werd door Alcorn, en dat Grand Track een nieuwe kans kreeg. Gordon zorgde ook voor het nodige geld zodat Alcorn de machine van de grond af opnieuw kon opbouwen, om er alsnog een succes van te maken.
Als Vice-President of Engineering startte Alcorn de productie van een thuisversie van Pong die je kon aansluiten op het televisiescherm terwijl hij zijn eigen dagelijkse taken doorgaf aan Steve Bristow, een andere ex-Ampex collega. Zelf ging hij aan de slag met Harold Lee, een 'briljante ingenieur' volgens Alcorn, om een thuisversie van Pong te maken. Ze slaagden erin de volledige Pong machine op één chip te krijgen, waarna ze wisten dat een thuisversie van Pong mogelijk was. Keenan, Bushnell en Alcorn contacteerden de winkelketen Sears om hen de thuisversie van Pong te verkopen, waarbij ze in contact kwamen met Tom Quinn van de sportafdeling. Hij begreep meteen dat hij goud in handen had. Hij bestelde 200.000 exemplaren van de thuisversie, en hij zorgde ervoor dat Sears hielp met de financiering en de technische goedkeuring. Sears regelde zelfs op eigen houtje reclamespots voor de game, zodat het een fantastisch winstgevend project was voor Atari.
Onderonsje van genieën: Allan Alcorn, befaamd informaticus Don Knuth en Steve Wozniak
Terwijl hij druk bezig was met Pong, was Alcorn ook verantwoordelijk voor de aanwerving van andere technici. Eén van zijn aanwervingen was de jonge Steve Jobs, die in 1973 startte bij Atari. Hij verliet het bedrijf echter al na drie maanden om zijn goeroe te bezoeken. Het goeroebezoek duurde uiteindelijk drie maanden, waarbij Jobs ook hepatitis opliep. Eens hij voldoende genezen was, mocht hij terugkeren naar Atari waar hij opnieuw samenwerkte met Alcorn. Op een dag kreeg Jobs de opdracht om een nieuwe game te ontwikkelen, Breakout. Jobs mocht alleen aan de game werken, maar hij was geen ingenieur zodat het werk niet vorderde en de andere werknemers hadden geen tijd om te helpen. Op een dag werd Alcorn echter flink verrast. Hij kwam aan en zag een werkende versie van Breakout; iets wat hij niet begreep tot Steve Wozniak binnenkwam en uitlegde hoe hij zijn vriend had geholpen.
Jobs en Wozniak gebruikten hun Atari loon voor de oprichting van Apple, een bedrijf waarmee ze de computer Apple I wilden maken. Jobs en Wozniak wilden de computer via Atari op de markt brengen, maar Atari's Joe Keenan weigerde. Hij was niet geïnteresseerd in de hippie Jobs, en hij zag dat de huidige projecten al genoeg waren voor het personeelsbestand van Atari. Bushnell en Alcorn kregen ook de kans om individueel in het project te investeren, maar ze weigerden beiden. Alcorn liet Jobs en Wozniak echter niet vallen. Hij regelde het zodat Apple onderdelen kon kopen via Atari. Jobs en Wozniak waren amper twintig, zodat geen enkele fabrikant hen vertrouwde. Atari was dan ook hun enige optie om de Apple I effectief te produceren. Alcorn beschouwde Apple ook niet echt als concurrent, hij dacht niet dat het bedrijf zou slagen, iets wat uiteindelijk ook deels klopte gezien het aantal keren dat Apple gered moest worden.
Atari wilde sowieso geen computer want zij hadden grotere plannen, ze wilden een gameconsole met spelletjes die je kon wisselen. Onder leiding van Alcorn startte de Gras Valley groep in 1976 de ontwikkeling van de VCS, de eerste echte console van Atari welke in 1977 werd voorgesteld op de Consumer Electronics Show, waarbij alleen Bushnell correct het succes van de console had voorspeld. De release van de VCS ging echter veel geld kosten, en dit zou te veel geld kosten voor Atari. Ze begonnen daarom rond 1975-1976 de zoektocht naar een overnemer, welke ze in 1976 vonden met Warner Communications. Warner was oorspronkelijk een ideale partner, waarbij ze samen de VCS omvormden tot een gigantisch succes. De verkopen in het eerste jaar waren formidabel. Het tweede jaar ging echter slecht, en Warner besloot afscheid te nemen van Bushnell en Keenan. Alcorn mocht blijven, maar hij kreeg minder ruimte voor experimenten.
Alcorn met Pong-machine
Zijn tweede console, de holografische Cosmos console, werd snel geannuleerd door de nieuwe CEO ondanks een veelbelovende vooruitblik. Men wilde simpelweg het risico niet nemen om te concurreren met de VCS. Het was reden voor Alcorn om Atari in 1981 te verlaten. De Warner overname was wel een economische triomf voor Bushnell, Alcorn, Keenan en de andere Atari partners die plotsklaps miljonair werden. De vijf belangrijkste werknemers onder wie Alcorn, werden wel gedwongen een speciaal contract te tekenen. Het contract zorgde ervoor dat ze zeven jaren lang exclusief aan Atari verbonden waren. Ze mochten het bedrijf weliswaar verlaten, maar ze mochten tot 1983 geen baan aanvaarden bij een concurrent. Ze werden echter hevig beloond hiervoor, ze kregen een significant deel van de winst waardoor ze jaarlijks miljoenen verdienden aan de deal. Toen Alcorn in 1981 Atari verliet, werd hij zelfs nog twee jaar uitbetaald zodat hij niet kon werken voor een concurrent.
Alcorn probeerde wel samen met Nolan Bushnell en Joe Keenan een comeback te maken via het kleine, onbekende Cumma, maar de crash van de game-industrie betekende het einde van Cumma. Het was eveneens het einde voor Alcorn's betrokkenheid met de game-industrie. Hij verhuisde naar Apple waar Steve Jobs ondertussen ontslagen was. Het bedrijf zat in de problemen, waarbij het management getalenteerde ingenieurs zocht om de computerindustrie te revolutioneren. Apple belandde bij Alcorn die een positie als 'Vice-President of Engineering' weigerde. Hij wilde echter wel aan de slag gaan als 'Apple Fellow,' een rol waarin hij simpelweg revolutionaire producten moest maken zonder zich bezig te houden met de zakelijke wereld. Het was een productieve periode voor Alcorn die onder andere verantwoordelijk was voor de Quick Time en MPEG formaten. Hij verliet Apple uiteindelijk in 1991, waarna hij zich vooral bezighield met kleinere firma's. Hij werkte onder andere voor videoverwerkingsbedrijf Digital FX, gokmachinebedrijf Silicon Gaming.
In 1998 richtte hij dan een eigen bedrijf op, namelijk Zowie Entertainment. Hij ontwikkelde er speciaal speelgoed dat kon communiceren met de PC. Alcorn wilde eigenlijk speelgoed ontwerpen dat je kon manipuleren, waarna een digitale wereld werd beïnvloed. Het idee uitwerken was zeer leuk voor hem, maar hij ontdekte dat de speelgoedindustrie geen gemakkelijke wereld is. Je product verkoopt namelijk puur op de naam, en niet op de kwaliteit ervan, iets wat hem zwaar teleurstelde en de 'ondergang' van het product betekende. Zowie Entertainment was nu eenmaal geen huishoudnaam en ze hadden geen bekende naam als Star Wars om aan hun product te verbinden. Wanneer Zowie Entertainment in 2000 werd overgenomen door LEGO, vonden ze eindelijk die grote naam zodat het product zeker geen verloren investering was. Na Zowie Entertainment ging Alcorn rustig met pensioen, tevreden met alles wat hij bereikt heeft in zijn leven. Ook wij mogen alvast tevreden zijn dat Alcorn zich heeft gemoeid in de game-industrie.
|