Terwijl de afgelopen maanden vooral PlayStation 3 bezitters mochten genieten van de nieuwste Japanse RPG's, komt Square Enix deze maand met het lang verwachte Final Fantasy XIII dat op PlayStation 3 én Xbox 360 zal verschijnen. Natuurlijk mogen we andere titels in dit genre niet uit het oog verliezen, want op het einde van deze maand komt ook het Japanse Tri-Ace met zijn nieuwste RPG, Resonance of Fate.
Resonance of Fate speelt zich af in een futuristische setting, de aarde zoals we ze nu kennen bestaat niet meer. Onze aardkloot heeft in Resonance of Fate heel wat veranderingen ondergaan. Een mysterieus gas heeft de halve wereldbevolking het leven gekost, waardoor de andere helft genoodzaakt wordt grote veranderingen te ondergaan om te overleven. Ze bouwen een zuiveringsstation waardoor het weer veilig wordt om buiten met je vrienden te gaan picknicken. Natuurlijk is het niet allemaal koek en ei in de wereld van Resonance of Fate. Na jaren van goede dienst raakt het zuiveringsstation in verval en begint het minder goed te werken. En dit gaat natuurlijk gepaard met heel wat conflicten tussen de nieuw gevormde samenlevingen.

Terwijl Resonance of Fate een Japanse RPG is, probeert Tri-Ace sommige dingen anders te doen zodat de game ook toegankelijk is voor Westerse gamers. Zo is het volledige vechtsysteem op de schop genomen waardoor het nu meer actiegericht is en werkt met vuurwapens. Dit systeem, genaamd tri-Attack-Battle systeem of t-A-B in het kort, is een mengsel tussen het traditionele Japanse Turn-Based systeem en Real-Time actie. In tegenstelling tot de nieuwste Final Fantasy kan je in Resonance of Fate elk personage apart besturen tijdens deze gevechten. Je tegenstanders kunnen echter ook bewegen, maar vallen meestal enkel het personage aan dat je op dat moment bestuurt.
Er is ook een tijdslimiet waar je rekening mee moet houden tijdens de gevechten. In die tijdslimiet mag je één keer aanvallen en een onbeperkt aantal keer tussen wapens wisselen. Vooral aanvallen is uniek in Resonance of Fate. Telkens als je een aanval wil uitvoeren, verschijnt er een cirkel rond je doel. In die cirkel zit een metertje ingebouwd waarmee de hardheid van je slag mee wordt bepaald, en dus ook de hoeveelheid schade die je je doel toebrengt. Je doel blijft natuurlijk ook niet stilzitten, en zal proberen dit laden te onderbreken. Hoe dichter je doel bij je staat, hoe sneller hij dit je aanval kan onderbreken.
De ontwikkelaar heeft ook een nieuw healthsysteem uitgewerkt. Zo is er schade die na een tijdje geneest en schade waar je permanent last van zult ondervinden. Fans die al langer RPG's spelen kunnen best wisselen tussen beide systemen volgens de ontwikkelaar. Om de game uit te spelen zou je volgens diezelfde ontwikkelaar tussen de vijftig en tachtig uur nodig hebben. Als je alles wil zien in de game en ook nog eens alle side-quests wilt afronden mag je daar nog eens zeventig uur aan toevoegen. Natuurlijk is bij een game met zo'n lange speelduur een goed save-systeem nodig en dat hebben ze bij Tri-Ace begrepen. In de game kan je op elk moment opslaan, zelfs tijdens gevechten.

Audiovisueel maakt Resonance of Fate niet echt indruk. Net zoals in de meeste RPG's van Japanse makelij zijn de CGI filmpjes gewoonweg prachtig. In-game ziet het er echter allemaal heel wat minder uit en ook de zwakke animaties springen in het oog. Om in te spelen op de futuristische setting zullen je oren tijdens speelbeurten Resonance of Fate vooral te maken krijgen met rockmuziek. Unieke keuze, al lijkt ook deze muziek niet echt te kunnen overtuigen om een epische sfeer neer te zetten.
Zonder de game direct af te schrijven, lijkt Resonance of Fate een middenmoter te gaan worden die vooral de fans van Japanse RPG's aanspreekt. De laatste jaren zijn er maar weinig goede jRPG's op de markt verschenen en hiermee zouden fans wel eens hun honger voor (even) kunnen stillen. Als Tri-Ace echter de game ook geliefd kan maken bij Westerse gamers, moeten ze het unieke vechtsysteem goed uitwerken. Op 26 maart zullen we zien of het hen gelukt is om vele gamers naar de winkel te laten hollen.
|