Aan de ene kant is het heel gedurfd, maar tegelijkertijd is het ook heel logisch. Ontwikkelaar Pterodon heeft zich na het succes van Vietcong gewaagd aan een tweede deel. Biedt de game voldoende om andere shooters voor te blijven? In deze review kom je erachter.
We kunnen eigenlijk wel stellen dat het bij de tweede wereldoorlog begon. Deze oorlog bood zoveel diepgang dat we tot op de dag van vandaag nog nieuwe games mogen verwelkomen welke binnen dit tijdsbestek vallen. Ook de Vietnamese oorlog bleek zich echter uitstekend te lenen voor een game, en zo kwam Pterodon in 2003 met Vietcong. Nu, twee jaar later, komen ze met een vervolg. De tijd heeft echter niet stilgestaan en de shooters schieten dan ook als paddestoelen uit de grond. Ook de Vietnamese oorlog is in menig game voorbij gekomen, en we kunnen ons dus afvragen of Vietcong 2 erin slaagt om nog een rol van betekenis te kunnen spelen in dit aanbod.
De game speelt zich dit keer af in 1968, om precies te zijn tijdens het Tet Offensief. Voor degene die tijdens de geschiedenislessen liever met andere dingen bezig waren; het Tet Offensief begon op 31 januari, toen Noord-Vietnam een aanval begon op Zuid-Vietnamese steden en dorpen. Omdat deze dag normaal een nationale feestdag was, gepaard met een wapenstilstand, kwam de aanval als een verassing. Nu dat plaatje geschetst is zullen we eens wat dieper ingaan op de game.
In de game spelen we Captain Daniel Boone, verbonden aan het Amerikaanse leger. Hij is naar Vietnam gezonden voor de zogeheten MACV, de Military Assistance Command, Vietnam. Dat de man wel meer aan zijn hoofd heeft dan het leger blijkt wel uit het begin van de game; we mogen namelijk starten vanuit een bordeel. Veel tijd om na te genieten is er echter niet, we worden namelijk terugverwacht bij onze basis, gelegen in Hue.
Alhier krijgen we de opdracht om een journalist te begeleiden naar een nieuwjaarsfeest. Zo gezegd, zo gedaan; dat was althans mijn gedachte. Als een donderslag bij heldere hemel wordt namelijk het Tet offensief ingeleid en komt er van feesten weinig meer terecht.
Meteen merken we hier een belangrijk verschil ten opzichte van het eerste deel. Speelde de actie zich in Vietcong voornamelijk in de jungles af, daar is dat nu meer rond de stad Hue. Hoewel de jungle nog steeds een deel van de game bezet, lopen we nu ook steeds meer door steden heen, een aangename afwisseling ten opzichte van Vietcong. Het duurt dan ook niet lang voordat we tegenover de vijand staan en ons wapen mogen trekken. Ik zeg expres "we", want in de game zal je er niet vaak alleen voor staan. Hoewel je natuurlijk niet als een Rambo zelf alles om kan leggen wat beweegt is de computergestuurde medestander niet altijd een hulp voor je. De AI van de medespelers is namelijk zeer wisselend. Het ene moment geven ze je prima dekking en heb je het idee als eenheid te opereren, en het volgende moment maakt dit gevoel plaats voor irritatie. Dan kiezen ze er ineens voor om een open stuk in te rennen of in je vuur te gaan zitten.
Deze acties zijn juist opvallend omdat Vietcong 2 neergezet wil worden als realistische shooter. Er had dan ook wat meer aandacht besteed mogen worden aan deze AI, zeker ook omdat er momenten zijn dat je echt het gevoel hebt dat ze wél weten waar ze mee bezig zijn.
|