Men neme drie delen Resident Evil 4, drie delen Gears of War, één eetlepel Legend of Zelda (welke versie is niet belangrijk) en een snuifje Metroid Prime. Alles goed roeren, zet het in de oven en laat het vier jaar staan. Haal het eruit en je krijgt Dark Sector. Vreemd genoeg smaakt het tot nu toe niet eens zo slecht.
Maar het is niet alleen Capcom’s klassieker die de klok staat in Dark Sector. Je neemt het eveneens op tegen een geheimzinnig leger die achter obstakels schuilt, daar vandaan op je positie schiet, je in het nauw probeert te brengen… Je raadt het al: Gears of War. En net zoals Marcus Fenix kan ook Tenno achter muren plakken, om het hoekje kijken en vanuit de dekking schieten. Zelfs de ren animatie – inclusief bibberende lage camerastand - komt van Gears.
Behoorlijk wat jatwerk dus. Maar is het erg? Want ongeacht dat de makers zich schuldig gemaakt hebben aan excessief leentje buur hebben ze wel goed naar de topgames gekeken. En wat we tot nu toe hebben gezien ziet er erg goed uit. De omgevingen ogen prachtig, de vijanden intimiderend en dat troosteloze Oost-Europese sfeertje bevalt mij wel. Ik klonk hierboven wellicht een beetje hard, maar als het goed uitpakt zal ik het de developer vergeven.
Want wat we allemaal over Dark Sector horen klinkt overwegend positief. Makkelijk lijkt Dark Sector bijvoorbeeld niet te worden. Menselijke vijanden proberen je altijd in een tangbeweging te grazen te nemen terwijl mutanten je overweldigen. Daarnaast zorgen de puzzels voor de nodige variatie en op het gebied van écht denkwerk schoten Resident Evil 4 en vooral Gears of War toch wat tekort.
Zo als het spreekwoord luidt: beter goed gejat dan slecht bedacht. Zolang Digital Extremes vooral van goede games leent en leert, hoor je ons niet klagen. Het spel oogt goed en als het allemaal prima speelt dan kunnen we volgend jaar een leuke verrassing voor Xbox 360 en PS3 verwachten. Wat maakt het uit Dark Sector de liefdesbaby van Resident Evil 4 en Gears of War is? Zolang het maar geen bastaardkind wordt.
|