Er zijn franchises die ooit hoge toppen scheerden, maar ondertussen in de vergeethoek zijn beland. Taito's Bubble Bobble is zo'n franchise die compleet van de kaart verdwenen is. Het nieuwe Bubble Bobble 4 Friends zal dat niet verhelpen, een Switch release ging een jaartje geleden namelijk onopgemerkt voorbij. De PlayStation 4-release wordt dan weer overschaduwd door de nieuwe consoles.
Oké, de timing is zeer ongelukkig. De Switch-release vond plaats in het midden van het drukke najaar vorig jaar, en de PlayStation 4-release komt nu tegelijkertijd met de hype rond de PlayStation 5 en de Xbox Series S/X. Een echte topper schittert echter altijd! Het grote probleem is dat Bubble Bobble 4 Friends zeker geen topper is, het is daarentegen een korte game die vooral als slappe kost aanvoelt. Op de normale moeilijkheidsgraad bestaat de game uit tien levels, met elk tien schermen (stages die simpelweg even groot zijn als je televisiescherm). Eens deze uitgespeeld zijn, kun je nog eens alles doorspelen in Hard mode. Op papier levert dat tweehonderd levels op, wat indrukwekkend lijkt. In praktijk zijn veel van die schermen echter maar een half minuutje lang. Als je dan beseft dat je hiervoor €39,99 hebt betaald, dan knaagt dat toch.

Net als in de originele Bubble Bobble moet je in elk scherm vijanden verslaan door bubbels te blazen. Hoe meer je er in één keer laat ontploffen, hoe hoger je score oploopt met de bedoeling steeds hogere scores te halen zonder tussendoor te sterven. Dat sterven heeft geen impact op je vooruitgang, want je kunt altijd verder, maar het is slecht voor je score. Afhankelijk van je prestatie binnen één level van tien schermen – waaronder één baasgevecht – krijg je een aantal sterren toebedeeld. Eens je drie sterren hebt behaald, is er echter weinig reden om terug te keren. De levels blijven compleet hetzelfde en alles is omvat in één scherm zodat er geen geheimen te ontdekken zijn. Als je goed speelt, moet je elk level dus maar eenmalig doorlopen.
Dit komt ook deels omdat de gameplay-loop weinig plezier uitstraalt. Deze is niet veranderd ten opzichte van het origineel – je springt en je schiet bubbels – maar dat springen en rondgaan voelt veel stroever aan waardoor het gewoon niet zo leuk is als het origineel. Je kunt dan natuurlijk denken dat ik gewoon vol nostalgie terugblik op een game die ik al lang niet meer gespeeld heb. Het origineel is echter gewoon speelbaar binnen deze versie, en dat is gewoon leuker. Gezien het rondhuppen zo'n groot deel is van de ervaring, is dit een element dat gewoon prettig had moeten aanvoelen. In combinatie met sommige meer onvoorspelbare vijanden en bubbels die amper bereik hebben ten opzichte van het origineel zorgt het vooral voor frustratie als je weer eens te veel sterft.

Een alternatief is de game aanpakken in multiplayer, waarbij het origineel met twee speelbaar is en de nieuwe levels met vier. Echt spectaculair is deze implementatie echter niet want er is geen drop-in/out multiplayer. Wil iemand even naar het toilet bijvoorbeeld, dan kun je niet even verder doen zonder hem of haar. Dat is een beperking die eigenlijk nergens voor nodig is. Deze multiplayer maakt ook pijnlijk duidelijk hoe lineair de levels zijn, want elke speler moet op identieke wijze de schermen doorkruisen. Er is geen vrijheid om alternatieve paden te vinden, waardoor je gewoon elkaar moet volgen. Zeker in de Arcade of Future – specifiek bedoeld voor de coöperatieve mode – komt dit probleem sterk naar voren.
Tegelijkertijd heeft Taito wel een geslaagde audiovisuele atmosfeer neergezet. Het is allemaal wat simplistisch en de achtergronden zijn niet speciaal, maar het kleurrijke allegaartje doet wel denken aan het origineel. Ook de soundtrack is lekker vrolijk zodat je toch weer even verder wil.
|