Om games te kunnen spelen moet je geld hebben om ze te kunnen kopen, even los van de free-to-play titels. Maar wat nu als je geen zin hebt om hier je eigen geld voor te gebruiken? Een congreslid in Californië had hier wel een oplossing voor.
Duncan Hunter werd door het Federal Election Commission verwegen campagnegelden gebruikt te hebben om games van te kopen. Het zou gaan om een bedrag van $1,302, toch was Hunter's versie van het verhaal in eerste instantie anders. Niet hij, maar zijn tienerzoon had de creditcard van de campagne gebruikt om één game te kopen. Na de aanschaf zouden er diverse ongeautoriseerde aankopen zijn gemaakt met deze zelfde kaart. In totaal betroffen het 68 verschillende aankopen tussen 13 oktober en 16 december 2015 en hij boekte deze uitgaven als 'persoonlijke uitgaven die nog terugbetaald dienen te worden.'
Terwijl het onderzoek liep kwam Hunter tot inkeer dat hij beter de waarheid kon spreken en hij heeft dan ook schuld bekend. Tegenover de rechtbank heeft hij aangegeven dat hij niet alleen videogames heeft gekocht, hij nam ook zijn familie 'en één van zijn vriendinnen' mee op diverse vakanties. Het bedrag van $1,302 bleek slechts het topje van de ijsberg, in totaal heeft hij willens en wetens honderdduizenden dollars gebruikt om de levensstijl die hij en zijn vrouw gewend zijn te kunnen blijven leven. In het pleidooi is te lezen dat Hunter en zijn vrouw in ieder geval tussen 2010 en 2016 $150,000 aan campagnegelden hebben gebruikt voor dertig illegale transacties voor persoonlijk gebruik. Het stel hangt nu een gevangenisstraf van vijf jaar en een boete van $250,000 boven het hoofd.
Nadat het balletje ging rollen met zijn gekochte videogames blijft nog altijd één vraag overeind: welke games heeft hij precies aangeschaft?
|