Met Blacksad hebben de Spaanse auteurs Juan Díaz Canales en Juanjo Guarnido sinds het jaar 2000 een succesvolle comicserie afgeleverd. De serie is opgemaakt als een film noir, die zich afspeelt in het Verenigde Staten van de late jaren ’50. Alle karakters zijn antropomorfisch, oftewel dieren, die zich naar hun specifieke eigenschappen gedragen à la het meer bekende Zootopia. Het Spaanse Pendulo Studios ging de uitdaging aan om van deze duistere, realistische comic een game te maken.
Het resultaat hiervan is Blacksad: Under the Skin, een verhaalgedreven detective met in de hoofdrol John Blacksad. Blacksad is een panterachtige privé detective en oorlogsveteraan. Met de lage stem van stemacteur Barry Johnson wordt dit grimmige karakter tot leven gebracht, ondersteund door sterke animaties. Al vrij vlug was ik geïntrigeerd om mijn klauwen in dit avontuur te zetten. Op het eerste gezicht weet Pendulo Studios namelijk een overtuigende presentatie af te leveren. De omgeving klopt, de karakters kloppen, de animaties kloppen, de stemmen kloppen. Wat echter niet klopt is de techniek.

Spelende op een Nintendo Switch, zowel op een televisie als in mijn hand, werd ik al vrij snel verrast door een diapresentatie. Wat bleek? Het spel trachtte een instructiescherm te laten verschijnen. In theorie - zo vermoed ik - had dit een soepele transitie moeten zijn tussen gameplay en uitleg om een optimale spelervaring neer te zetten. De praktijk was echter treurig en hinderlijk. Na meerdere keren hieronder te hebben moeten lijden, ten koste van enige goede interpretatie van de introductie, besloot ik dan toch maar de instructies uit te zetten. Tot slot van rekening kan ik mijzelf toch wel een ervaren gamer noemen.
Deze eigendunk werd al snel vernietigd bij het eerste moment dat ik echt wat moest doen: een quicktime event waarbij ik rap achtereen een knopje moest zien indrukken. Het idee is dat het spel cinematische scenes vloeiend in gameplay laat overlopen, vergelijkbaar met bijvoorbeeld een God of War. Echter ondervond ik hierbij weer een serie aan schokken, en daar kwam bovenop dat mijn invoer op de controller klaarblijkelijk slecht geregistreerd werd. Na vijf minuten opnieuw en opnieuw – met tussendoor uiteraard een lekker lang laadscherm – deze scene proberen te doorlopen, was het mij nog niet duidelijk wat ik verkeerd deed of dat ik misschien toch een andere handeling simultaan moest uitvoeren. Het was een frustrerende onderbreking van wat anderzijds een vermakelijke ervaring had kunnen zijn.

Na een geenszins fijne introductie, die door de ondermaatse techniek het best te beschrijven is als ‘hinderlijk, vervelend en zonde van de tijd’, besloot ik omwille van de review door te spelen. Had hier geen tekst aan gekoppeld hoeven te worden, dan was de game hier absoluut direct van de harde schijf verwijderd geweest. Al vlug krijg je een eerste opdracht, waarin je de dood van een gym eigenaar dient op te lossen. Hiervoor ga je naar de plek toe om sporen te zoeken en karakters het vuur aan de schenen leggen. Ook hier liep ik echter weer tegen vervelende technische problemen aan. Het was een lastige kwestie om minutieus Blacksad te positioneren, zodat bepaalde sporen onderzocht konden worden. Een doorgaans gemakkelijke opgave, maar nu gehinderd door enige vertraging van invoer op de controller en de uitwerking op het scherm. De sporen die je vindt kan je vervolgens trachten te verbinden in een apart gedachtescherm, die ondanks zijn simpele en duidelijke opzet, wederom verstoord wordt door vertragingen en verlate uitwerking van je invoer. Treurig.
Zodoende is de Nintendo Switch versie van Blacksad: Under the Skin niet aan te raden. De game is een technisch drama die je speelplezier elke minuut zal hinderen. Ik geloof zeker dat er een intrigerend plot is – hoewel collegareviewers aangaven dat de keuzes die je maakt vaak een illusie zijn en hun uitwerking missen – en er interessante karakters ontmoet kunnen worden, maar de technische kant van het verhaal nodigt niet uit dit zelf te ervaren. Ook de PlayStation 4 versie van de game schijnt even ongepolijst te zijn. Ik sluit dan ook graag af in de woorden van bacteriegoeroe Rob Geus: ‘Man, man, man, wat een drama.’
|