Zo slecht dat het goed is. Van een hoge kwaliteit waren de Earth Defense Force games nooit, maar het belachelijke uitgangspunt in combinatie met redelijke gameplay zorgden voor een stevige dosis pret. Met Earth Defense Force 5 wordt dat laatste nu naar een nieuw hoogtepunt gebracht.
Verwacht nu niet meteen grootse innovaties met deze PlayStation 4-versie. Deze zit zelfs nog altijd met de typische problemen van de serie: een verhaal dat je al meteen mag vergeten, stemacteurs die je met plezier doen terugdenken aan spraakzame personages als Link en Claude uit Grand Theft Auto III, en graphics die op geen enkel moment verbazen. Op technologisch gebied is de game dan ook duidelijk gedateerd. Een volledige oplijsting van de tekortkomingen zullen we niet geven, maar onder andere pop-in en de herhalende stemmen zijn elementen die wat aandacht verdienen. Er zijn wel hier en daar wat verbeteringen, zo is de framerate niet meer zo dramatisch als in voorganger Earth Defense Force 4.1: The Shadow of New Despair, maar ook hier moeten de verwachtingen niet te hoog zijn. Het blijft speelbaar, maar het is verre van perfect.

En ondanks dat geklaag, kunnen we toch spreken van een nieuw hoogtepunt. Het is namelijk gewoon heel leuk om Earth Defense Force 5 te spelen. Qua uitgangspunt is dat alvast niet te moeilijk om te begrijpen. Je neemt gigantische vijanden, extreem krachtig wapentuig en je laat de speler gewoon knallen. De vijandelijke artificiële intelligentie kan wat beperkte manoeuvres uitvoeren zodat je niet op je lauweren kunt rusten, maar je moet geen geavanceerde strategieën gaan bedenken om hen af te houden. Waar je wel dient rekening mee te houden, is de nieuwe variatie in vijanden zoals gigantische kikkers. Waar in voorgaande games het aantal types vijanden nog beperkt was, dan heeft men dat hier opgedreven om de gevechten wat complexer te maken. Elk hebben ze namelijk hun eigen manier van handelen.
Jij hebt gelukkig ook wat vrijheid in de manier dat je de game aanpakt. De game laat je kiezen uit vier verschillende klassen, elk met hun eigen voordelen. Zo is de Ranger de gemiddelde klasse, kan de Wing Diver rondvliegen en is de Fencer praktisch een wandelende tank. Welke je gebruikt, zal afhangen van welke missie je aanpakt. In de ene missie zal een Ranger bijvoorbeeld nuttiger zijn, terwijl je in de andere liever wat meer mobiliteit hebt. In voorgaande Earth Defense Force games was wisselen meestal geen goed idee, aangezien je alleen upgrades kon verzamelen voor de klasse waarmee je op dat moment speelde. In deze versie kun je upgrades verdienen voor alle klassen, ongeacht waarmee je speelt. Als je wisselt naar een andere klasse, moet je dus niet vanaf nul beginnen. Dat helpt experimenteren alvast in de hand.

Tijdens de meer dan honderd missies – met online en offline coöperatieve opties wat voor meer pret zorgt – zal je ook voldoende experimenteren met de wapens. Hoewel je elke missie start met twee wapens, kun je onderweg steeds nieuwe wapens vinden om eens wat anders te proberen. Ook leuk is dat je – door een wapen dat je al hebt op te rapen – je bestaande arsenaal kunt versterken. Die ene schieter van het begin van de game kan zo toch relevant blijven. Ook de mogelijkheid om gebouwen te vernietigen en om vijanden in stukken van elkaar te schieten zijn leuke extra's die de ervaring weer een beetje naar boven tillen. Echt belangrijk voor het geheel is het niet, maar het zorgt ervoor dat het idee van een echte invasie wordt versterkt.
|