Wat definieert een game? Is het een ervaring waarbij je voortdurend de touwtjes in handen hebt, of is het een belevenis waarbij interactie naar de achtergrond mag verdwijnen zolang het de verhaalvertelling niet in de weg staat? Mocht je gaming (mede) in de laatste categorie plaatsen, dan is Layers of Fear een titel die het overwegen waard is.
We hebben het allemaal wel eens; een gebrek aan creativiteit. Voor de hoofdpersoon in Layers of Fear is dit niet anders, hij is namelijk een schilder die zijn meesterwerk maar niet krijgt afgerond. Langzaamaan brengt het hem in een staat van krankzinnigheid, waarbij hij de wereld om zich heen ziet verslechteren en waarheid en illusie dwars door elkaar heen gaan lopen. Dit wordt al snel duidelijk in het huis waar de game zich afspeelt. Ik stapte een kamer binnen en besloot naar een object in de hoek te lopen. Toen ik me echter omdraaide om mijn weg terug te vinden bleek de deur waar ik zojuist door naar binnen gekomen was ineens verdwenen te zijn. Nadat ik me wederom omdraaide ging dit gepaard met een schrikeffect, om pas later – op een geheel andere positie – een deur te ontdekken waardoor ik mijn weg kon vervolgen.

Het spel is doordrenkt met dit soort momenten, waarbij de ontwikkelaar visuele trucjes hanteert om je schrik aan te jagen en op het verkeerde been te zetten. Te denken valt aan klapperende deuren, verschuivende objecten en passerende poppen. Het zijn de klassieke horrorelementen die ons doen beseffen dat de schrijver langzaamaan door aan het draaien is. Dat de ontwikkelaar niet erg creatief is geweest en vooral leentjebuur speelt bij andere media valt ze in eerste instantie nog te vergeven, maar gaandeweg de game vordert kreeg ik hier wat meer moeite mee. Dit komt vooral omdat de verrassing na verloop van tijd verdwijnt. Het is alsof ze een A4 met ideeën in het eerste uur van de game verwerkt hebben, om deze vervolgens nog een paar keer bij de hand te nemen om de rest van het spel mee in te vullen. Omdat je ook niet dood kunt gaan valt niet te spreken van heel veel creativiteit, waardoor Bloober Team zich wellicht goed in hun hoofdpersoon kon verplaatsen.
In de inleiding stelde ik de vraag hoe we een game moeten definiëren. Recentelijk speelde ik Firewatch waarover een soortgelijke discussie gevoerd zou kunnen worden. Net als bij deze titel is Layers of Fear namelijk vooral een avontuur dat je ondergaat, maar waarbij de interactie minimaal is. Je opent deuren of ladekastjes, lost zo nu en dan een klein puzzeltje op, maar meer handelingen dan dit hoef je niet te verwachten. De gameplay staat dan ook in dienst van het verhaal en dat moet je liggen. Wat mij betreft geen probleem, maar als je de regie wat meer in handen wilt hebben is deze game misschien niet voor jou weggelegd.

Heeft het toch je interesse, en kun je het de game vergeven dat het leentjebuur speelt bij zijn eigen ideeën, dan kun je qua graphics en geluid in ieder geval een mooie tijd tegemoet zien. Het Victoriaanse huis zit vol detail en de ondersteuning van pianomuziek is eerder angstaanjagend dan rustgevend te noemen. Wat dat betreft is het jammer dat er niet gekozen is voor een rustigere opbouw van zowel het verhaal als de karakterontwikkeling. Met een minder gejaagd tempo en een betere spreiding van de inzinkingen die je als schilder ondergaat had de game haar een hoger niveau getild kunnen worden. Ik heb Layers of Fear, ondanks diens gebreken, met plezier gespeeld, maar tegelijkertijd is er het besef dat het allemaal een stuk beter had kunnen zijn.
|